bedukseln overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: bedusseln (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), bedisseln II, bedisseln

  1. regelen

    Dat hebt wij met 'n beiden bedukseld (Sleen)

    De aoldste dochter bedisselde de huusholding (Coevorden)

    Wij hadden wel in hoes kunnen blieven, want het was al bedisseld (Drouwen)

    Ze hadden wat hikhakkeraai, mor het is al weer wat bedisseld

    op de loop

    Zie ook:
  2. duidelijk maken

    Hij hef mij dat bedisseld

    Zie ook:
  3. bedriegen

    IJ hebt je bedukseln laoten, Hinderk

    Bron: H. Tiesing Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...