beduun overgankelijk, sterk, werkwoord, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: beduden

  1. duidelijk maken

    As ene iets niet begrip, dan mèuj proberen, aaj hum dat beduden kunt (Hollandscheveld)

    Ik har hum goed bedud, hoe as het mus (Koekange)

    Hij hef mij bedud dat ik bij hum mus kommen (Erm)

    Zie ook:
  2. betekenen

    Dat het niks te beduden

    Wat zul dat alarm nou weer beduden (Schoonebeek)

    Ik heb een arfenis kregen, niet dat het wat bedudt

    heeft een kraaiend stemmetje

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...