beduustern onovergankelijk, werkwoord, zwak, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: bedonkern (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. aan duisternis wennen(Zuidwest-Drenthe)

    Aj bij het locht wegkoomt, moej erst wat beduustern (Wapserveen)

    langwerpig dun krentebroodje voor 12½ cent

    bedonkern

    Zie ook:
  2. overvallen worden door invallende duisternis(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wij hebt ons wat beduusterd (Hoogeveen)

    Ik had mij verlaat en toen was ik beduusterd (Padhuis)

    Hie beduustert er nog bij (Noordscheschut)

    Doe het locht toch op, meinsen, ie beduustert jao helemaole

    . A.

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...