begriemen overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe
  1. besmeren, besmeuren

    Hij haar hom heilemaol begreimd met witte vaarf (Roderwolde)

    Hest net een nai klaid aan, most die nait zo begraimen (Valthermond)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...