begunnen sterk, werkwoord, zwak, (on)overgankelijk
  1. beginnen

    Jammer, dat het net begunt te regen (Barger Oosterveld)

    Zie is begund

    Het begunt te kraken

    aan de nek van een paard was bevestigd

    Der is gain begunnen an (Valthermond)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...