behaspeln overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. voor elkaar maken

    Dat hej mooi mit mekaor behaspeld (Valthermond)

    Wij moet ok alles behaspeln; er is gieneen die helpt (Drouwen)

    Dat hadden wij nog net even veur duustern kunnen behaspeln (Dalen)

    Zie ook:
  2. bekonkelen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Die beiden hebt dat stiekem even met mekaar behaspeld (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...