voor elkaar maken
Dat hej mooi mit mekaor behaspeld (Valthermond)
Wij moet ok alles behaspeln; er is gieneen die helpt (Drouwen)
Dat hadden wij nog net even veur duustern kunnen behaspeln (Dalen)
bekonkelen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Die beiden hebt dat stiekem even met mekaar behaspeld (Sleen)