behusseln overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. iets voor elkaar brengen

    Wat hej een drokte, aj alles behusseln moet (Emmen)

    Ze wet niet, hoe ze het

    behusseln mut (Wapse)

    Wat behussel ij toch aal in de schuur

    bij kaalheid en een baard

    Hie behusselt wal, wel der met giet

    is of wordt kaal

    Door hebben ze nog heil wat met te behusseln (Eelde)

    Ze hadden woorden had, mor ze hebben 't weer wat behusseld

    bijna niets

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...