bekorten, minder geven
Zie hebt oes aordig bekört met 't melkgeld (Sleen)
met die oetkering (Padhuis)
met minder genoegen nemen
Ik heb het wal zunig, maar kan mie mit het eten toch nich bekorten (Barger Compascuum)
Mos die der nait op bekörten
overigens hoofdzakelijk in uitdrukkingen als
Nou, a'k je niet bekörte, dan doe mij nog maar een koppie (Coevorden)
toe dan mor (Hoogeveen)
wil ik wel miteten
heden, jao, dat is ok zo (uitspraak als
IJ bekört oes er niks um, wij hebt zat
rouwbeklag