bekalken overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. van kalk voorzien

    Wij moet dat laand bekalken, het is zo zoer (Sleen)

    Zie ook:
  2. beklodderen

    De kwaojongs hebt alle muren bekalkt (Oosterhesselen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...