bekkentrekker -s, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: bekke... (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. vrucht van sleedoorn

    De vrucht van de sleedoorn nuimen wai hier sleimen of ok wel bekketrekkers (Peize)

    ik was nerveus

    slieken I

    Zie ook:
  2. iem. die rare gezichten trekt

    Moej ies kieken, wat veur een bekkentrekker hij is (Gasselte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...