beknippen overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. bijknippen

    Ik zal de zaodbult nog een beetie beknippen (Gasselte)

    Korenvakken wörden vrouger beknipt (Zuidlaren)

    dat is duizendblad, Achillea millefolium (Dwi) zie ook

    beplukken

    bijknippen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...