Ook: belle (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)
Rekking in kvd en vk
Zie ook:schel, bel
Hie hef gien bel mèer an de fiets (Zweelo)
Hij was an het bellen blaozen (Een)
De bel in de waterpas
wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje
Wie zal de katte de belle anbienden
hij is niet al te snugger
Een belle jenever
is slim
Hij trekt nogal gauw an de bel (Roderwolde)
hanger
Zij har golden bellen in de oren (Barger Oosterveld)
De bellen hangt an de haover
heeft ontslag
snottebel
Het kleine jong had een bel an de neus (Eext)
vod, tont
Ik heb alles in de vodden stopt, het waren niks as bellen (Weerdinge)
Het waren allemaole tonten en bellen (Vledder)
kledingstuk van slechte stof
Wat een bel van een jurk hej daor an (Zwiggelte)
waardeloos vrouwspersoon
Het is ain nuchtern belle, wait nait, wat e praot (Tweede Exloërmond)
Wat een bel van een wief (Zuidlaren)