bel II bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte) Bron: Drentsche Volksalmanak
  1. afkerig

    Ik bin bel van al dat geloop an de deure (Beilen)

    IJ moet je der bel an hèuren

    tegen de verdrukking in

    Zie ook:
  2. kortaf

    Zie ook:
  3. onfris, afgemat, bijv. door nachtwaken

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...