belukken overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. lukken

    Ik heb vandaag een stoet bakt en dat is goed belukt (Emmen)

    De jurk is mij goed belukt (Hooghalen)

    Die taarte is goed belokt (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...