bereppen overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. klaar krijgen

    Maakt oe gien zorgen, ik bereppe dat wel (Fluitenberg)

    Hij wet niet, hoe hij het allemaole bereppen en begriepen mut (Hoogeveen)

    Zie ook:
  2. verzorgen

    Wij moet hum nog bereppen

    geen gemakkelijk persoon of dier

    Zie ook:
  3. hanteren, behandelen (dva, wb), zie ook

    berappen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...