bericht -en, het
  1. mededeling

    Wij bint er niet hen west, want wij hadden gien bericht had (Balloo)

    Zie ook:
  2. (mv.) nieuwsberichten, inz. het weerbericht

    Wij heurt aaid even de berichten op de radio (Sleen)

    De meinsen wilt heuien, mar de berichten bint slecht (Koekange)

    *Gien bericht, goed bericht (De Wijk)

    Een slecht bericht komp altied vro genog (Hijken)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...