beroepen overgankelijk, sterk, werkwoord
  1. roepend met de stem bereiken

    Hij is te wied weg, ik kan hum niet beroepen (Hoogeveen)

    Zie ook:
  2. een beroep doen

    Onze dommenee is beroepen op drie steden (Noordscheschut)

    Zie ook:
  3. (wederk.) zich beroepen op

    Hie berop zuk er op dat e zeeik west is (Gasselte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...