Ook: beschonen (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
sparen, ontzien
De kleinste jong moej wat beschonigen met 't wark (Borger)
Zij beschoont dat maagien veuls te veule (Ruinen)
bezuinigen, (be)sparen(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Het scheelde heur een hiel stuk, dat ze 't daorop beschonigen kunden (Oosterhesselen)
Het beschonigt mij een reis, as ij der veur mij hengaot (Sleen)
Op het eten moej niet beschonen (Coevorden)