beschusseln overgankelijk, werkwoord, zwak Bron: Drentsche Volksalmanak
  1. beredderen, in orde brengen

    Dat hiele geval hebt ze maor met een paar man beschusseld (Emmen)

    De bulte een beetien beschusseln

    gedaas, onzin

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...