beseibeld bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: besiepeld (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. gek

    Binj nou beseibeld, dat heb ik niet daon (Beilen)

    Zie ook:
  2. bedonderd

    Wat keek die vent besiepeld (Oosterhesselen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...