beslaon sterk, werkwoord, (on)overgankelijk, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe

Ook: beslaogen (Midden-Drenthe)

  1. beslaan, (ijzer)beslag op iets maken

    Zwienensomp moet nog beslagen worden (Emmen)

    Hie is met peerd hen beslaogen (Gasselte)

    Het wicht hef 't gat met gold beslagen

    het rommelt in m'n buik

    beleggen

    Die möt het aaid met de gek beslaon

    van iem. met een hoge hoed op

    Hij kwam goed beslagen op het ies

    van verfomfaaide kleren

    Zie ook:
  2. beslaan door vocht

    De laamp hef walmd en daor is het glas van beslagen (Zwiggelte)

    Zie ook:
  3. lukken(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    De oogst was goed beslagen (Sleen)

    Zie ook:
  4. omvatten

    Het sportveld beslag wel zeuven bunder (Gasselte)

    Zie ook:
  5. beslag maken

    Zie ook:
  6. dekken

    Een hert wordt beslaogen (Rolde)

    Zie ook:
  7. aflopen(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Het was gelökkig dat de wagen leeg was, aans was het niet zo good beslagen (Ruinen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...