beslommern onbepaald, wijs
  1. aankunnen, bewerken, behandelen

    Dat kan ik niet zo gauw beslommern (Ruinen)

    Zie ook:
  2. verslonzen(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Hie hef de zaok beslommern laoten (Balloo)

    Zie ook:
  3. bekommeren(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    IJ huuft je der niet um te beslommern (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...