besmoggeln overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe
  1. bedriegen

    Um an joen aantal meters te kommen, mus je de boel besmoggeln (Klazienaveen)

    Zie ook:
  2. besmeuren

    Ze hebt de muren van oes hoes besmoggeld (Zweelo)

    bijv. gezegd wanneer de varkens enigszins ziekelijk waren

    besmodden, besmeren

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...