besnijden
Een jeudenjong wordt besneden (Rolde)
besnijden, bijsnijden
Hie kan zo mooi holt besnieden (Balloo)
Klompen mussen op het lest even besneen worden tegen de scharpe randties
zie ook
Dat schaop moej even de klauwen besnieden (Anloo)
castreren
Biggen besnieden (Dalen)