besteen overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: besteden

  1. besteden

    Je kunnen je geld wel beter besteden (Roderwolde)

    Dat geld is an mij niet besteed (Barger Oosterveld)

    Daor moej meer andacht an besteden (Borger)

    Zie ook:
  2. verhuren als knecht of meid

    Hij hef zuch mit old mei besteed (Roswinkel)

    Ik heb mij weer veur een jaor besteed bij die boer (Diever)

    Zie ook:
  3. ter aarde bestellen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...