Ook: besteden
besteden
Je kunnen je geld wel beter besteden (Roderwolde)
Dat geld is an mij niet besteed (Barger Oosterveld)
Daor moej meer andacht an besteden (Borger)
verhuren als knecht of meid
Hij hef zuch mit old mei besteed (Roswinkel)
Ik heb mij weer veur een jaor besteed bij die boer (Diever)
ter aarde bestellen
Zie ook: