bestrijken
Dat zwien hef loezen, ij moet hum is bestrieken met pietreulie (Sleen)
Ze hebt de mure mit de verkeerde varve bestreken (Barger Oosterveld)
Mag Wulmie je aarm bestrieken? Dan bi'j je pien zo kwiet (Eext)
omvatten
Hij wil altied baosspeulen. Hij wil het hele gebied bestrieken (Coevorden)
Dat bestrek hielwat
je aanpassen aan de omstandigheden