betunteln overgankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: betutteln (Zuidwest-Drenthe Zuid), betutteln II

  1. bedriegen

    Hoe kunden ij hum zo betunteln! (Sleen)

    Zie ook:
  2. voor elkaar maken(Midden-Drenthe)

    Hoe hebt ze dat betunteld, der klopt niks van (Zwiggelte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...