bewarpen I bijvoeglijk naamwoord, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: bewarkvoren

  1. dun geploegd

    Nao de oogst lag het stoppellaand een toertien in bewarpen voren (Zweelo)

    ...(be)wa(r)kvoren

    Zie ook:
  2. (zoz), in

    Dat gebeurde met een bewarpen ruzel

    binnenshuis

    een bewarpen ploeg

    stille wateren hebben diepe gronden

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...