bezadigd bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe

Ook: bezaodigd

  1. bezadigd

    Een deftige holding en een bezaodigd veurkommen

    Hij kun der zo bezadigd over proten (Barger Oosterveld)

    Bron: H. Tiesing Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...