bezetten
Mien stoule was net bezet (Valthermond)
bezweren, bestrijken
Die olde scheper kun je de vratten bezetten (Westerbork)
Vrouger kunde ze een adderbeet bezetten (Peize)
tijd hebben
As ik het even bezetten kan, kom ik (Roderwolde)
Ik kan het eigenlijk niet bezetten um daor hen te gaon (Eext)
dichtstoppen van de veenwand tegen vorst(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Dat was veen bezetten. Dat deden ze veur het bevriezen van het veen. As het veen bevreuren was, kreg (Geesbrug)
van een magere koe
bestoppen