bezetting
Wij hebt vief jaor bezetting had (Anderen)
De bezetting van het gebouw duurde een week (Coevorden)
beklemming, benauwdheid
Ik had weer last van bezetting op de börst
aantal
Oes meziekkorps hef een mooie bezetting
hard voor werken
Ze hebt daor een goeie bezetting
hij werkt niet hard
Die man hef een hiele bezetting op de börst
hem flink laten betalen