bien I -en, -e, het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: beein (Midden-Drenthe), been (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), bein (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. been

    Hij hef kroeme bienen (Havelte)

    Je moet je gien bien oet laoten trekken

    een karige boel (Bov), ...

    IJ hebt gien bien um op te staon (Klazienaveen)

    Hie giet er met de start tuschen de biene vandeur (Padhuis)

    Mit het verkèerde bien uut bedde stappen (Dwingelo)

    Ie kunt er gien bien tussen kriegen

    blut, zonder bezit

    Bientie aover doen

    van het begin af

    Een beste blok van een maid, die het bainen as gebinten van een schure (Valthermond)

    Ik zal dai gauw even een baintie draaien

    de één na de ander

    Zuj Loeks niet een bientien können drèeien

    is klaar

    Hij het de beinen weer onder het gat

    afgewerkt

    Zie hef 't lief vol arms en bienen

    overkant

    Hij zet er het been op

    naar bed

    Ik had hum al van de bienen slagen

    van de andere kant van de familie

    Ien bientien haken

    is niet erg betrouwbaar

    IJ moet bienen maken

    kantjeboord

    Even de bienties van de vloer!

    partij kiezen

    De bienen onder de narm nemen

    de hand aan zichzelf geslagen

    Hie hef de bienen oetsteuken

    spaart het geld op

    Der gien bien in zien

    heb ruzie (Eli), ook

    Het beste beintie veurzetten (Een)

    Hie stiet met ien bien in het graf (Valthe)

    Hie löp op zien leste bienen (Odoorn)

    Ik heb mij de bienen oet het gat lopen (Beilen)

    Het giet net zo as het bienen hef

    naar bed (Mep), ook ...

    Hij hef het beein stief holden

    dronken

    De bienen scheuten mij under het gat weg

    werd in beweging gebracht door een paard, dat in het

    Het wordt tied daj de bienen ies bij een aander under taofel steekt

    liep

    Zij stund op heur achterste bienen

    was de karn op het eind van de

    Der is een hoop volk op de beein (Eext)

    Wel hef dat prootien op bien bracht

    zie ook

    Hij hef mij het gras veur de bienen wegmeid

    in beweging werd gebracht

    Dan moej het zölf an het zère bien binden

    in beweging te brengen 'Een oude stijl, waaraan je nog kunt zien, waar de

    Aj de hiele dag lopen hebt hej 's aovends lange bienen (Sleen)

    Hij kwam der op hoge beeinen anzetten (Balloo)

    Hij hef hum lillijk bie het bein had

    ook de kat zelf

    Dat kan ik mie nich oet de beinen snieden

    ruziemaker

    Zie prot hum de bienen under het gat weg

    soort versiering in breiwerk

    Zie ook:
  2. verticaal paaltje van een hek(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    In een landhek zaten veer bienen (Emmen)

    Ie mut de bienen van 't hekke èven wied van menaar maken (Broekhuizen)

    *Leugens hebt korte beinen (Barger Oosterveld)

    Op eein beein kuj neeit lopen

    slaat de plank mis

    Het bint starke bienen, die de weelde dragen kunt (Oosterhesselen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...