bijtied bijwoord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: bijtieds (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. op tijd, vroegtijdig

    Wij wolden vanaovend bijtied hen bedde (Oosterhesselen)

    Hij was ter bijtied(s) (Hoogeveen)

    De klok zul wij even bijtied zetten (Drouwen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...