bikkel de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: biggel (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), staof (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), staodertien (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), staonderd (Zuidwest-Drenthe), staosie (Kop van Drenthe)

  1. botje uit hiel van een schapepoot. Veel gebruikt om mee te spelen

    De veer kanten van een biggel hiet estertien, boekertien, stao(n)dertien en koeldertien (Sleen)

    Ik geleuve niet dat hij der kapot van is, hij is zo hard as een bikkel (Noordscheschut)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...