bil -len, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: bille (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. bil

    Hij hef gien bil meer in de boks

    keuterboer

    Kiender, die willen kriegt wat veur de billen (Hoogeveen)

    ...dei nait willen ... (Valthermond)

    Even kieken, wel de blankste billen het

    en

    Mit de billegies bloot mutten

    zie ook

    Zie ook:
  2. dij

    De billen trilden hum onder de kont (Anloo)

    Wat hef dat mai dikke billen (Hollandscheveld)

    *Wel zien billen braandt, mot op de blaren zitten (Gasselte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...