birsig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: birserig (Zuidwest-Drenthe)

  1. hard lopend, driftig, bezig, haastig

    Met dat waarme weer bint de beeist vaok birsig (Anloo)

    Wat lop hij weer birsig (Nijeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...