bladderen
Koestaldeuren bladdert völ, umdat ze an de binnenkant vaak niet varfd bint en alle vocht der tegen (Padhuis)
afbladderen
De varve bladdert hielemaole van het hoolt (Elim)
Een gimmeleerde panne, die begunt gauw te bladdern (Geesbrug)
De schelle van die boom bladdert er of (Broekhuizen)