blakern onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: blaokern, blaekern (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. blakeren

    De hoender lagen in de zun te blakern (Nieuw Dordrecht)

    Deur de braand was alles zwart blakerd (Beilen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...