bleker(d) -s, de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe
  1. blaffer, schreeuwer

    Die neie buren hebben een verrekte blekerd van een hondtien (Drouwen)

    Wat een blekerd van een kèrel (Emmen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...