bles
Wij kent een kielbles, een smalle bles, een volle bles, een underbreuken bles en een briede bles (Zuidwolde)
Dat pèerd hef de bles in 't oge
zie ook
Wie zul die bles heuren?
gaf hem een klap in het gezicht, ook gezegd van een zoen
Die bles heurt dat peerd zolf
gooien
dier met een bles
De olde bles was al net as de baos, ze deden kalmpies en staodig an (Hoogeveen)
Oes bles hef zoveul melk geven
sloeg op hol
merkteken op een boom, gemaakt door een stukje schors weg te halen
Pak die boom mor, der zit een bles op (Sleen)