bloot I bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe

Ook: blo (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)

  1. bloot, naakt

    Dat kind lop daor hielemaol bloot (Klazienaveen)

    De eerpels lagen bloot in het gat

    konijen stropen door ze met een stok dood te slaan

    Hij lop op blo voouten (Eext)

    ...blooie voouten (Norg)

    Ie kunt het laand aanvaorden as het bloot is

    zuinig persoon

    Hie löp zo in bloot boezeroen hen boeten

    guit

    Het is een blote boerderije

    van mager persoon

    Hie hef 't peerd nakend en bloot verkoft

    de gevolgen hebben een oorzaak (Bro);

    Die komp nakend en bloot op de straote te staon

    rijmpje

    Een blote koe

    schoonmaken

    Een poterdobbe bloot maken

    zie ook

    Hij zit met de blote nel

    is bang

    Hie wil niks hebben as een bloot koppien koffie (Sleen)

    Zie ook:
  2. zonder hulpmiddelen of bezit

    Hij har alles verspeuld en do was e bloot (Barger Oosterveld)

    Hij is er nakend en bloot oetkommen

    praam

    Die lui hebt dat wicht er bloot oetstuurd (Anderen)

    nakend en bloot (Oosterhesselen)

    Het is een blote arbeider

    pin op de neus (Pdh), zie ook

    Zie ook:
  3. open

    Hij hef zich aordig bloot egeven (Hoogeveen)

    De weg was hielmaol bloot

    ben erg bang geweest

    *Bloot slat dood

    in de problemen (Bco), zie ook

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...