Ook: buuk, boekertien (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Noord), (Zuidwest-Drenthe Zuid), buik (Kop van Drenthe), buuk II
buik
De boek döt mij zèer van het lachen (Hijken)
Zij har de boek vol
als het zo nat is dat koeien meer vertrappen dan ze opvreten (Hol);
Schrief dat mor op dien buuk
spel met kind
Hij hef de boek vol
lokroep voor een duif, z. ook
Ja, mit het touw um de boek
lied van de
Hij stek de boek aordig veuroet
bij thuiskomst 's avonds (N), zie ook bij
Een boek as een kaarn (Ruinen)
Ze zit mit de boek vol naarms en bienen
zie ook bij
Zij löp mit de boek vol beenties
zie ook
lief
ronde zijde van een bikkel (zoz, md), zie ook
boekertien
uitbuikend deel
Der zat een boek an de korenbult (Roswinkel)