boekweiten I bijvoeglijk naamwoord, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)
  1. niet veel bijzonders

    Een boekweiten stien

    ook wel gezegd van een koerende duif buiten

    Dat is gien beste stien, dat is een boekweiten (Sleen)

    Gao der nait op zitten, het is een boukwaiten

    de juiste richting

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...