boezig bijvoeglijk naamwoord, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: boezelig (Zuidwest-Drenthe), boezerig (Zuidoost-Drenthe)

  1. winderig

    Het is slim boezig boeten (Anderen)

    Er zit daoi in de locht, het wordt zo boezelig (De Wijk)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...