met een klap vallen
En doe bomsde de boel op de vloere (Havelte)
dreunen(Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)
Loop toch niet zo te bomsen op zolder (Broekhuizen)
bonzen
Dat kiend lig alsmaor mit het koppie tegen het ledikant te bomsen (Noordscheschut)
Het hart bomsde mij in het lief (Geesbrug)
botsen
Zie bomsden tegen mekaar an (Sleen)