bongelderij de
  1. onenigheid

    Ze harren in hoes een beetie bongelderij had (Borger)

    Zie ook:
  2. dwarsliggerij

    Wat hej nou an die bongelderij, wees toch niet zo'n dwarsbongel (Wapserveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...