klap
Een bons op de deure en ik was wakker (Sleen)
Hij wol dat wicht wal, man zij hef hum de bons geven (Barger Oosterveld)
Doe de fabrieksschorstien vult, was det een hiele bons (De Wijk)
iemand die maar blijft vragen, krijgt nog wel eens wat, al is het soms niet veel
boms