Ook: bosse (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)
bos, bundel
Ik haol even een bos latten op (Emmer Compascuum)
Het stro wördt
zie ook
weer an bossen ebunden (Ruinerwold)
Haal mij ies even een bossien wolle (Broekhuizen)
Een bos ieken takken (Emmen)
Wij hebt an het dörschen west en wij hadden wal 200 bossen (Sleen)
Hij hef een mooi bossien hoor (Barger Oosterveld)
De knienen kwamen bij bossies oet de bos
zie ook
Hij verkocht ze bij bossies (Zuidwolde)
Zij stunden op een bossien bij menaer
de gerooide wortels werden nl. in de apotheek gebruikt
bossien