bos III -sen, dehet, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: boste (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. dop voor de as van het wagenwiel, waardoor een pen wordt gestoken om afglijden van het wiel te voork

    Veur de asse zit de doppe of bosse. Deur de bosse en asse stek de luunze (Zuidwolde)

    Zie ook:
  2. ijzeren koker in houten wiel, waarin de as draait

    De bossen wordt te roem, ie moet ze opringen (Dwingelo)

    Zie ook:
  3. prop in gat van een ton

    Hij hef de bosse oet 't stroopvat trukken; al de stroop leup er oet (Beilen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...