bossem -s, de, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: bössem (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord), bouzem

  1. schoorsteenmantel

    Wij hadden eerder en paar mooie honden op bossem staon (Klazienaveen)

    Hij haar mooie stelsels op de bossem (Roderwolde)

    Zie ook:
  2. rand aan een deurpaneel(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Der zit een bossem an de deur (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...